aantal personen: 4


  • Ingrediënten
    • 1 grote ui
    • 1 bol knoflook
    • 4 grote aubergines
    • 2 courgettes
    • 1/2 kg kalfsgehakt
    • 1/2 liter tomatenpuree (gezeefd)
    • 6 eieren
    • 75 ml room
    • 250gr gemalen oude kaas
    • 2 bolletjes Mozzarella of Emmental
    • zout
    • cayennepeper
    • Zwarte peper
    • 1 theelepel kaneel
    • 1 soeplepel oregano (gedroogd)
    • olijfolie

  • Bereiding:
    • De ui in stukjes snijden , niet te grof, en op een zacht vuur kleuren
    • Gehakt rul bakken. Samen met de ui in een pan op een zacht vuur zetten en de tomatenpuree er bij voegen
    • Beetje zout, wat cayenneper,( niet te veel, mag NIET pikant worden)de kaneel en een soeplepel oregano toevoegen
    • Het bolletje knoflook uitpellen en AL de teentjes bij het gehaktmengsel voegen
    • Het geheel zeer zachtjes laten inkoken tot het vocht bijna geheel verdampt is
    • Ondertussen de aubergines voorbereiden; steeltjes er afsnijden, overlangs in 4 snijden en vervolgens in blokjes. 10 minuten in ruim koud en zout water zetten
    • Na +/- 10 minuten laten uitlekken en droogdeppen , met ruim olijfolie zachtjes bruin laten bakken. De auberginestukjes moeten zacht en lichtjes bruin zijn. Apart houden
    • De courgettes in stukjes snijden en bakken, vervolgens door de aubergines mengen
    • Als het gehaktmengsel klaar is het op de bodem van de ovenschaal leggen, beetje aandrukken en een deel gemalen kaas over strooien
    • De zes eieren stevig loskloppen en de room er doorheen kloppen met een beetje zout en gewone peper
    • De helft van het eimengsel over het gehakt gieten. Aubergine en courgettes er over verdelen , flink wat oregano over strooien en vervolgen de rest van de gemalen kaas
    • De rest van het eimengsel er over. De mozzarella in schijfjes snijden en er bovenop leggen (of wat gemalen kaas)en nog flink wat oregano over strooien
    • De schotel ongeveer 20 minuten in de magnetron op 750 W. Het ei moet gestold zijn. In de gewone oven ongeveer 1 uur op 200 graden


      Met dank aan Denise Dene