Aantal personen: 4


  • Ingrediënten

    • 2 wortelen
    • 2 courgettes
    • 1 tomaat
    • 1 soepkip
    • 1 kruidenbuiltje (peterselie, tijm en laurier)
    • 1 stukje citroenschil (3 cm lang, 1 cm breed)
    • 1 kleine bloemkool
    • 100 gr erwtjes
    • Enkele kervelplukjes
    • Peper
    • Zout


  • Bereiding:

    • Maak de wortelen en de courgettes schoon en steek er met een uitsteeklepeltje (Parijse lepel) kleine balletjes uit (bewaar het afval voor de bouillon)
    • Pel de tomaat, verwijder de pitten en steek met een uitsteekvorm van ± 1 1/2 cm diameter rondjes uit het vruchtvlees (bewaar ook deze resten voor de bouillon)
    • Leg de soepkip in 2 liter water, kruid met peper en zout en breng dit aan de kook
    • Verwijder zorgvuldig het schuim, voeg er het kruidenbuiltje, het citroenschilletje en de groenteresten aan toe en laat de bouillon ± 2 uur zachtjes trekken
    • Maak de bloemkool schoon, verdeel hem in 4 bollen ter grootte van een tennisbal en kook die in lichtgezouten water beetgaar
    • Kook ook de groenteballetjes en de erwtjes, apart, in lichtgezouten water beetgaar
    • Spoel de groenten onder de koude kraan af
    • Giet de bouillon door een zeef, ontvet hem met een stukje keukenpapier en breng hem opnieuw aan de kook
    • Schep wat bouillon in een kookpannetje en verwarm er de verschillende groenten in
    • Schik de bloemkoolbolletjes in het midden van 4 soepborden, leg er de groenteballetjes, de erwtjes en de tomaatrondjes omheen en overgiet met de hete bouillon
    • Versier tenslotte met enkele plukjes kervel