aantal personen: 4

  • Ingrediënten:
    • 2 dl kippebouillon
    • Enkele kebeljauwgraten
    • 500 gr spinazie
    • Boter
    • 100 gr cantharellen
    • 2 el arachide-olie
    • 4 kabeljauwfilets met vel van ca 150 gr elk (liefst uit staartstuk)
    • Nootmuskaat
    • Peper
    • Zout

  • Bereiding:

    • Breng de kippebouillon aan de kook en laat er de kabeljauwgraten ca 5 minuten
      in trekken
    • Giet de bouillon vervolgens door een zeef
    • Was de spinazie en dep ze droog
    • Smelt een nootje boter en stoof de spinazie in ca 5 minuten gaar
    • Breng op smaak met nootmuskaat, peper en zout
    • Smelt opnieuw een nootje boter en bak de cantharellen even op een hevig vuur
    • Giet het vocht bij de gezeefde bouillon
    • Verhit de olie in een pan en bak de kabeljauwfilets, met de velzijde naar
      onder, gedurende ca 2 minuten
    • Smelt ondertussen in een tweede pan een nootje boter en bak er de
      kabeljauwfilets, omgedraaid, ca 3 minuten in
    • Breng de filets tenslotte op smaak met peper en zout
    • Verdeel de spinazie over 4 warme borden en schik er de kabeljauwfilets op
    • Deglaceer de tweede visbraadpan met de bouillon en laat even goed inkoken
    • Lepel de saus rond de vis en schik er de cantharellen rond
    • Serveer dit gerecht met aardappelpuree