aantal personen: 10


Ingrediënten


  • Jong varkensboutje van 3 kg

  • Peper

  • Zout

  • 15 peperbollen

  • Wat verpulverde tijm

  • 100 gr bloem

  • 380 gr boter

  • 300 gr uien

  • 300 gr wortelen

  • 1 el tomatenpuree

  • 3 l rundsbouillon

  • 1/3 selder

  • 1 kruidentuiltje

  • 2 teentjes knoflook

  • 2 versnipperde sjalotjes

  • 1/2 bosje peterselie

  • 1 dl witte wijn

  • 1 el mosterd

  • 80 gr witbrood-kruim

  • 30 gr versnipperde dragon

  • Maïszetmeel

    Voor de spinaziepakjes:


  • 400 gr gerookt spek, in sneden van 1/2 cm dik

  • 2.5 kg verse spinazie met grote bladeren

  • 400 gr boter

  • Peper

  • Zout

  • Nootmuskaat

  • 120 gr versnipperde sjalotjes

Bereiding:


  • De dag vooraf:

  • Bestel bij uw slager een varkensboutje van nagenoeg drie kilo met het zwoerd en de schenkel er nog aan

  • Bind het om de 3 cm bij elkaar met keukenkoord om het tijdens het braiseren samen te houden

  • Droog het boutje af met absorberend papier

  • Kruid met peper, zout en wat verpulverde tijm

  • Haal de bout door de bloem

  • Klop de overtollige bloem eraf

  • Neem een voldoende diepe en brede pot om de bout te braiseren

  • Laat 150 gr boter goudgeel worden en kleur daarin de bout aan beide zijden op een matig vuurtje

  • Haal de bout uit de pot

  • Snijd de uien en de wortelen in plakjes in stoof ze lichtbruin in boter

  • Verwijder de helft van de vetstof en roer een eetlepel tomatenpuree door de groenten

  • Plaats de bout terug op de groenten

  • Bevochtig met bouillon tot iets mer dan de halve hoogte van het vlees

  • Laat het geheel opkoken

  • Verwarm de oven voor op 160 graden

  • Versnijd de selder in stukken van ongeveer 2 cm

  • Aromatiseer het boutje met het kruidentuiltje, de versneden selder, 1 teentje knoflook en de peperbollen

  • Plaats het deksel op de pot en zet deze in de voorverwarmde oven

  • Braiseer de bout een half uur op 160 graden en verminder dan de oven naar 140 graden voor nog eens een klein half uurtje

  • Kontroleer af en toe en voeg eventueel wat bouillon bij

  • Kontroleer de kernwarmte met een breinaald

  • Haal het boutje uit de pot en plaats deze op een schotel om af te koelen

  • Maak tijdens het braiseren van de bout een peterseliekorst

  • Hak de peterselie en plet een teentje knoflook

  • Stoof de versnipperde sjalot zacht in een noot boter, maar laat niet kleuren

  • Blus af met witte wijn

  • Laat het vocht wat verdampen en voeg dan 1 eetlepel mosterd toe

  • Roer alles goed

  • Meng onder deze massa de geplette knoflook, het broodkruim en de peterselie

  • Kruid af met peper en zout

  • Als de bout afgekoeld is, strijkt u hem aan een zijde in met de peterselie

  • Plaats de bout in de koelkast tot de volgende dag

  • Passeer de saus door een fijne zeef en laat ze afkoelen

  • Voor de spinaziepakjes: Verwijder het zwoerd van de speksneden en snijd ze in dobbelsteentjes

  • Blancheer ze en verfris ze onder koud stromend water

  • Laat ze uitlekken

  • Bak de dobbelsteentjes licht krokant in een noot boter

  • Schep ze over in een zeef en laat het overtollige vet verlekken

  • Zoek 20 grote bladeren uit de spinazie

  • Was ze zorgvuldig, zonder te kreuken, met de steel eraan

  • Laat 4 liter gezouten water koken in een brede pot

  • Blancheer de spinaziebladeren per vijf zonder ze door elkaar te halen

  • Schep de bladeren over in veel koud water en spreid ze open op absorberend papier

  • Dep er het overtollige water af met een doek

  • Verwijder nu pas de stelen

  • Maak de rest van de spinazie schoon en spoel ze meerdere malen in veel water

  • Kook de spinaziebladeren 2 min in kokend gezouten water

  • Schep de spinazie over in een kom koud water en laat ze verder verfrissen over licht stromend koud water tot volledige afkoeling

  • Haal de spinazie uit het water en knijp ze droog tussen uw handen

  • Versnijd ze grof

  • Stoof de sjalotjes zacht in een grote noot boter

  • Meng nu de gestoofde sjalotjes, de versneden spinazie en de helft van de spekblokjes

  • Kruid af met peper van de molen, een mespuntje nootmuskaat en eventueel wat zout

  • Verdeel ondertussen de spinaziemengeling over de bladeren

  • Vouw de bladeren dicht en vorm zo spinaziepakjes met de sluiting onderaan

  • Probeer er cilinders mee te vormen

    De dag zelf:


  • Wrijf een ovenschaal overvloedig in met 150 gr boter

  • Plaats daarin de

  • bout met de peterseliekorst naar boven gericht

  • Giet wat saus rondom de bout en verwarm de schotel op het vuur

  • Laat het vlees op zijn minst een half uur terug opwarmen in de oven op 150 graden

  • Kontroleer de korstvorming, de warmtegraad en de kleur

  • Kruid indien gewenst

  • Voeg de versnipperde dragon aan de saus toe en werk nog 30 gr boter door de saus

  • Maak ze eventueel wat dikker met maïszetmeel

  • Laat 100 gr boter smelten

  • Bestrijk met behulp van een kwastje de spinaziepakjes met gesmolten boter

  • Schik deze op een met gesmolten boter ingewreven ovenplaat en dek ze af met aluminiumfolie

  • Verwarm de spinaziepakjes een tiental minuten in een matig warme oven (150 graden)

  • Warm de spekblokjes even op

  • Plaats het vlees op een serveerschotel en giet er een beetje saus rond

  • Serveer de saus er afzonderlijk bij

  • Versnijd het vlees aan tafel in aanwezigheid van de gasten

  • Serveer de pakjes op een ronde schotel en strooi er de opgewarmde spekblokjes over

  • Verras uw gasten nog met een lichte rode bordeaux