aantal personen: 4
- Ingrediënten:
- 2 sjalotjes
- 2.5 dl droge witte wijn
- Sap van 1/2 citroen
- 4 sneetjes gerookt spek van ca 0.5 cm dik
- Boter
- 4 stukken zeewolffilet van ca 150 gr elk
- 2 el bloem
- 4 eierdooiers
- 2 el gehakt bieslook
- 4 bieslooksprietjes
- 1 bakje tuinkers
- Peper
- Zout
-
Bereiding:
- Pel de sjalotjes en snipper ze fijn
- Breng de witte wijn, samen met het citroensap en de sjalotsnippers, aan de kook
en laat dit inkoken tot er ca 1/3 van de hoeveelheid overblijft - Laat afkoelen
- Ontzwoerd het spek en snijd het in reepjes
- Smelt een nootje boter en bak de spekreepjes krokant
- Schep ze uit de pan en laat ze uitlekken op een stukje keukenpapier
- Wentel de visfilets in de bloem, kruid ze met peper en zout en bak ze in het
spekvet, gedurende ca 5 minuten aan elke zijde, gaar - Houd de filet vervolgens warm onder aluminiumfolie
- Smelt 200 gr boter maar laat ze niet te warm worden (ca 60 graden)
- Doe de eierdooiers in een steelpannetje en zeef er de ingekookte wijn bij
- Plaats het pannetje op een zacht vuurtje en klop de eieren tot een luchtige,
gebonden massa - Draai het vuur uit en klop er, druppelsgewijs, het olie-achtige deel van de
gesmolten boter onder - Voeg er tenslotte het gebakken spek en de bieslooksnippers bij en breng verder
op smaak met peper en zout - Schik de zeewolf op 4 warme borden en lepel wat saus over 1 helft
- Versier met een bieslooksprietje en wat tuinkers
- Serveer deze bereiding met gekookte aardappelen en geef er eventueel wat
gekookte broccolie of een gegrilleerde tomaat bij - Ook rauwe schijfjes tomaat, aangemaakt met een vinaigrette smaken hier lekker
bij